Hoge Raad: Fiscus mag geen verjaarde erfenissen navorderen

ingevoerd op 02-08-2017

Doordat de verjaringstermijn voor het naheffen van vermogen in het buitenland verkregen via een erfenis in 2012 via de wet werd opgeheven, besloot de Belastingdienst om navorderingen te sturen naar erfgenamen met oude erfenissen. Onterecht, zo besloot de Hoge Raad. De wet was daar niet voor bedoeld.

Edelweissroute
Tweede Kamerleden Fashad Bashir (SP) en Bruno Braakhuis (GroenLinks) zorgden er via een amendement voor dat per 1 januari 2012 de zogenoemde Edelweissroute werd afgesloten. Via deze route benoemde Nederlanders met een anonieme Zwitserse bankrekening een Zwitserse notaris als executeur in hun testament. Zij vroegen de notaris om pas na twaalf jaar na overlijden de erfgenamen op de hoogte te stellen van het bestaan van deze bankrekening. Op die manier kon de fiscus in Nederland geen aanslag meer opleggen voor deze banktegoeden, doordat dan het navorderingstermijn van twaalf jaar was verlopen. Dit navorderingstermijn verdween per 1 januari 2012.

Rechtszaak
In 2014 maakte één van dit soort erfgenamen gebruik van de inkeerregeling voor zwartspaarders en gaf het banktegoed, bestaande uit geld en effecten van een erfenis in 1998, van Zwitserland op. De Belastingdienst legde daarop een navorderingsaanslag op van €100.925 op. Volgens de Belastingdienst hebben indieners een onbeperkt navorderingstermijn voor ogen, waardoor de fiscus te allen tijde recht heeft om na te vorderen. Ongeacht hoe lang het geleden is dat buitenlands vermogen buiten een erfenis is gehouden. De erfgenaam maakte zonder succes bezwaar en stapte daarop in 2015 naar de rechter. Hij deed beroep op rechtszekerheid, die zou zijn aangetast. De erfgenaam stelt dat bij zijn erfenis uit 1998 de navorderingstermijn verliep in 2010. Daaraan heeft hij de zekerheid ontleend dat hij niet alsnog een aanslag zou krijgen in 2014.

Reikwijdte amendement
De rechtbank in Gelderland, het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en de Hoge Raad bogen zich vervolgens over de reikwijdte van het amendement van Bashir en Braakhuis. Eensluidend oordeelden zij dat het voorstel om de navorderingstermijn te schrappen niet was bedoeld om de bevoegdheid tot navorderen te laten herleven voor erfenissen die op 1 januari 2012 ouder waren dan twaalf jaar. De Hoge Raad stelde de erfgenaam in zijn gelijk dat zijn rechtszekerheid was aangetast.

Bron: FD, 2 augustus 2017