Op 1 januari 2017 is de regeling van box 3 in de inkomstenbelasting gewijzigd. Tot die datum gold een rendementsfictie van 4 procent en een belastingtarief van 30 procent. Nu is dat dus veranderd. Heeft dat nog gevolgen voor onroerend goed in het buitenland?
Sinds 1 januari kent box 3 geen vast tarief meer van 1,2 procent belasting over de waarde van het box 3-vermogen, maar is er voor de rendementsfictie sprake van een progressieve staffel: de vaste 4 procent rendement is ingeruild voor een drieschijvensysteem dat begint bij 2,87 procent in de eerste schijf en eindigt met 5,39 procent fictief rendement in de hoogste schijf (het zogenoemde 1 miljoen plus-vermogen).
Belastingtarief ongewijzigd
Het belastingtarief is wel ongewijzigd gebleven, namelijk 30 procent, maar door de gewijzigde rendementsfictie betalen mensen met kleinere vermogen minder belasting en mensen met grotere vermogens meer belasting in box 3.
Vrijstelling
Voor buitenlands onroerend goed gold in box 3 altijd een vrijstelling, waardoor het onroerende goed altijd slechts werd belast in het land waar de onroerende zaak is gelegen. Een Nederlander met een tweede woning in het buitenland, betaalde dus belasting over die tweede woning in het buitenland volgens de daar geldende regels. De Nederlander moest die tweede woning wel aangeven in box 3 als bezitting maar deze werd - door de tariefstructuur – slechts in het buitenland aan de heffing onderworpen.
In Nederland bestond recht op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting (verder: aftrek tvvdb) via een belastingverdrag of via de zogenoemde eenzijdige regeling, voor het geval er geen verdrag is met het betreffende land. Tot en met 2016 werkte die voorkoming van dubbele belasting uit als een vrijstelling. De vrijstelling was ook daadwerkelijk 100 procent vrijstelling in Nederland.
Verandering m.i.v. 1 januari 2017
Vanaf 1 januari 2017 is het systeem van belastingheffing in box 3 dus veranderd, waardoor toch belasting in Nederland verschuldigd is over de buitenlandse tweede woning. De vrijstelling werkt dus niet meer volledig. De reden hiervoor is dat voortaan de voorkoming van dubbele belasting wordt berekend via de evenredigheidsmethode.
Als bij een gelijkblijvend belastingtarief een oplopende rendementsfictie wordt gehanteerd van 2,87 procent in de eerste schijf, 4,6 procent in de tweede schijf en daarboven 5,39 procent, dan werkt die evenredigheidsmethode zo uit dat er toch Nederlandse belasting moet worden betaald over de buitenlandse tweede woning.
Bezwaar maken?
Bent u het hier niet mee eens? Dan kunt u bezwaar tegen de definitieve aanslag inkomstenbelasting over het jaar 2017 (en eventueel ook voor de daaropvolgende jaren), maar Het is nog maar de vraag of die bezwaarschriften succesvol zullen zijn.
Niet automatisch vrijgesteld
Door de nieuwe box 3-regeling is een tweede woning in het buitenland niet automatisch vrijgesteld van de heffing van inkomstenbelasting in box 3. De Nederlandse belastingheffing kan oplopen van enkele honderden euro’s tot een veelvoud daarvan. Die heffing is mede afhankelijk van de waarde van:
• de tweede woning in het buitenland
• het overige vermogen in box 3
Ook de inhoud van het belastingverdrag kan een rol spelen.
Tweede woning in Frankrijk
Het voorgaande is in ieder geval aan de orde bij een tweede woning in Frankrijk. Nederland heeft echter veel verdragen ter voorkoming van dubbele belasting gesloten en die verdragen verschillen inhoudelijk ook nog al eens van elkaar. Afhankelijk van de ligging van de tweede woning gaat het bovenstaande dus wel of niet op. Het is van belang om dat uit te zoeken.
Bron: Flynth