Zelfstandigen moeten zich straks verplicht verzekeren voor het geval ze arbeidsongeschikt worden. Het demissionaire kabinet, dat binnen enkele weken wordt vervangen, gaat door met een plan hiertoe, en legt het ter consultatie voor aan belanghebbenden.
Zelfstandigen betalen straks een van de belasting aftrekbare premie van 6,5 procent, tot maximaal 195 euro per maand. De hoogte wordt bepaald op basis van de gedraaide winst voor arbeidsongeschiktheid.
Tot nu toe is een flink deel van de zelfstandigen nog niet verzekerd, bijvoorbeeld uit angst om opdrachten te verliezen aan goedkopere concurrenten. Aan een verzekering zijn immers kosten verbonden in de vorm van premies. Een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov) moet ook voor een gelijker speelveld zorgen, hoopt demissionair minister Karien van Gennip (Sociale Zaken).
De uitkering van de verzekering gaat in na een jaar ziekte en bedraagt 70 procent van de winst voor arbeidsongeschiktheid, tot maximaal het minimumloon. De uitkering loopt tot de AOW-leeftijd. Er komt wel een opt-out, waardoor zelfstandigen die dat willen een private verzekering kunnen afsluiten. Die moet wel aan bepaalde minimumvoorwaarden voldoen. Ook komt er ”een kleine bijdrage van de private verzekering aan de publieke verzekering” om te voorkomen dat het stelsel uit balans raakt.
Het verplichten van de verzekering is onderdeel van het pensioenakkoord dat jaren geleden werd gesloten. Vooral voor linkse partijen was het een belangrijke voorwaarde om steun uit te spreken voor de grote verbouwing van het pensioenstelsel.
De consultatie van de Wet basisverzekering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen sluit op 23 juli a.s.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 11 juni 2024